Oefening: wie zie je als je naar je kind kijkt?

Oefening: wie zie je als je naar je kind kijkt?

Uw Horoscoop Voor Morgen

Een van de grootste uitdagingen voor ons als ouders is om te onthouden dat onze kinderen niet wij zijn. Ondanks het feit dat ze van ons afkomstig zijn, dat ze onze genetische samenstelling delen, en dat ze gevormd zijn door de emotionele omgeving waarin we ze opvoeden, zijn ze niet wij. Onze kinderen zijn afzonderlijke mensen die hun eigen levenservaring hebben, net zoals ieder van ons een afzonderlijke persoon is die onze eigen ervaring heeft, onafhankelijk van hen.



Onze over-identificatie met onze kinderen is praktisch een tweede natuur. Als kind verhuisde ik bijvoorbeeld vaak en was ik altijd de 'nieuweling' op school. Elke eerste dag op een nieuwe school was traumatisch voor mij: zouden de kinderen naar me staren? Zouden ze me uitlachen? Zouden ze met me spelen in de pauze? Met wie zou ik lunchen? Toen ik mijn dochter afzette op haar eerste dag op een nieuwe school, deed mijn hart pijn voor haar. Ik wou dat ik daar bij haar kon zijn en haar beschutten tegen de vreselijke ervaring. Maar die middag, toen ik haar ophaalde, kwam ze naar de auto gerend, vol opwinding over de kinderen die ze had ontmoet en het plezier dat ze had gehad. Het is duidelijk dat ze mij niet was.



Het voelt goed als iemand je kind een complimentje geeft en er dan aan toevoegt: 'De appel valt niet ver van de boom!' Toch heeft die appel de zaden voor een heel andere boom in zich. De verantwoordelijkheid van een ouder is om die zaden te verzorgen en de groei van die andere boom te vergemakkelijken. Het probleem is: hoe kunnen we zien of we ons te veel identificeren met onze kinderen? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat we elk van hen als hun eigen persoon zien?

De vraag die we onszelf moeten stellen is: hoe goed ken ik mijn kind echt? Wat zijn de specifieke interesses, passies, kwaliteiten, eigenaardigheden, eigenaardigheden en gebreken waaruit deze specifieke persoon bestaat? De volgende vragenlijst is bedoeld om u te helpen deze vragen te beantwoorden.

Instructies: Denk aan uw kind en beantwoord de volgende vragen. Bespreek de vragen niet met uw kind en vraag hem/haar niet om de antwoorden. De antwoorden moeten afkomstig zijn van uw observaties van het kind. Als je geen antwoord hebt, observeer hem/haar dan beter.



Denk na over deze vragen voordat u ze beantwoordt. Geef geen automatisch antwoord (zoals: Ze is zo opstandig! Hij waardeert het niet!). Reageer niet alleen vanuit uw ervaring met hem of haar. Antwoord niet vanuit de ervaring van je eigen jeugd. Probeer je voor te stellen hoe hij of zij het leven ervaart; hoe het moet zijn om hem of haar te zijn. Haast je niet door de lijst met vragen; neem de tijd om na te denken over de gedachten die erdoor worden gestimuleerd. Sta jezelf toe je af te vragen waarom je kind zich op een bepaalde manier voelt. Sta jezelf toe om mee te voelen met je kind in zijn of haar leven.

Een baby, peuter of kleuter:



Kind: naam, leeftijd, geslacht

Wat zijn de favoriete bezigheden van uw kind?
Wat maakt hem/haar aan het lachen?
Wat is zijn/haar favoriete boek?
Wat is zijn/haar favoriete liedje?
Wat is zijn/haar favoriete film?
Wat is zijn/haar favoriete speeltje?
Wat is zijn/haar favoriete spel?

Hoe voelt uw kind zich bij de leden van uw gezin?
Wie vindt hij/zij leuk?
Naar wie gaat hij/zij makkelijk?
Voor wie schuwt hij/zij?
Op wie is hij/zij jaloers?
Hoe voelt hij/zij zich bij je partner?
Hoe voelt hij/zij zich bij jou?
Geeft hij/zij de ene van jullie de voorkeur boven de andere?

Hoe denkt uw kind over zichzelf?
Is hij/zij op de een of andere manier kritisch over zichzelf?
Voelt hij/zij zich in elke situatie zelfbewust?
Voelt hij/zij zich wel eens verlegen?
Voelt hij/zij zich wel eens bang?
Als hij/zij nachtmerries heeft, waar gaan ze dan over?
Wat zijn zijn/haar gedachten over de dood?

Schrijf een beschrijving van uw kind.
Denk bij het beschrijven van dit jonge kind na over de eigenschappen die je graag ziet opduiken in zijn/haar persoonlijkheid. Om de objectiviteit te behouden, mag u hem/haar niet uw zoon/dochter of kind noemen. Als je dit schrijft, noem hem/haar dan gewoon bij zijn/haar naam.

Een schoolgaande kind:

Kind: naam, leeftijd, geslacht

Wat zijn de interesses van uw kind?
Welke interesses zijn hetzelfde als die van jou?
Welke zijn anders; interesses waar je in geen miljoen jaar van had kunnen dromen?
Welke zijn hetzelfde als de interesses van uw partner?
Die verschillen van die van u en die van uw partner; in tegenstelling tot iemand anders in de familie?
Bij welke interesses voel je je goed?
Waar voel je je ongemakkelijk bij of keur je het af?
Beschouwt u iets als een verspilling van de tijd van uw kind? Zo ja, waarom?

Hoe voelt uw kind zich in het gezin?
Op welke momenten in zijn/haar jeugd was hij/zij gelukkig?
Wat waren de omstandigheden die hem/haar gelukkig maakten?
Op welke momenten was hij/zij verdrietig, teruggetrokken, depressief?
Wat waren de omstandigheden die hem/haar ongelukkig maakten?
Hoe voelt hij/zij zich nu?
Wat zijn de omstandigheden die dit vandaag de dag veroorzaken?

Hoe voelt uw kind zich bij de leden van uw gezin?
Met wie gaat hij/zij graag om?
Met wie maakt hij/zij grappen?
Wie vertrouwt hij/zij persoonlijk toe?
Met wie krijgt hij/zij ruzie?
Op wie is hij/zij jaloers?
Bij wie voelt hij/zij zich ongemakkelijk?
Wie ontwijkt hij/zij?
Wat vindt hij/zij van je partner?
Hoe denkt hij/zij over jou?
Hoe denkt hij/zij over de relatie tussen jou en je partner?

Hoe voelt uw kind zich buiten het gezin?
Heeft hij/zij vrienden? Zijn ze aardig tegen elkaar?
Houdt hij/zij van school?
Voelt hij/zij zich op zijn gemak bij zijn/haar leeftijdsgenoten?
Voelt hij/zij zich zelfbewust op school?
Hoe doet hij/zij het academisch?
Met welke vakken heeft hij/zij moeite?
Welke vakken vindt hij/zij leuk?
Zijn er onderwerpen waar hij/zij een speciaal enthousiasme voor heeft?
Zijn er situaties op school die hem/haar dwars zitten?

Als dit van toepassing is: Hoe gaat uw kind om met meisjes/jongens?
Is hij/zij aan het daten?
Voelt hij/zij zich op zijn gemak bij meisjes/jongens?
Voelt hij/zij zich onzeker en voelt hij zich niet op zijn gemak bij jongens/meisjes?
Heeft hij/zij een seksuele relatie?
Hoe voelt hij/zij zich seksueel?

Hoe denkt uw kind over zichzelf?
Voelt hij/zij zich op een of andere manier onzeker?
Is hij/zij kritisch over iets over zichzelf?
Wat zijn zijn/haar zelfaanvallen?
Met welke persoonlijke beperkingen worstelt hij/zij?
Wat zijn zijn/haar gedachten over de dood?

Schrijf een beschrijving van uw kind.
Probeer het te schrijven als een objectieve, meelevende waarnemer. Noem hem/haar niet uw zoon/dochter of kind. Als je dit schrijft, noem hem/haar dan gewoon bij zijn/haar naam.

Caloria -Calculator